Gras
In De Gelderlander stond een ingezonden brief, waarin de spelers van de bekerfinale opgevoerd werden als een klas jongetjes van een jaar of 11. Een treffend beeld , want zo gedroegen de “heren” zich wel degelijk; als kleine jongetjes. Een mooi verhaal, alleen wordt hen een citoscore van 450 toegedicht, dat is een spot on HAVO advies. Dat lijkt mij rijkelijk veel en niet passend bij hun gedragingen.
Er staat een weddenschap met mijzelf uit. De verwachting is dat of meerdere 45plussers eerder van huis zijn gegaan of dat meerdere 45 plussers later op sportpark Hamerden zullen verschijnen. De reden? Iedereen zal een ommetje maken om het in ere herstelde kunstwerk Biddle Brug willen aanschouwen.
Zullen we 45 plus aanbieden voor de veiling van AVW? De hoogste bieder mag dan de eerste helft meedoen bij de Rooiuh en na de thee bij de swerte. Als slagroom op de taart zorgen we voor een gegarandeerde eervolle vermelding in het verslag. Een prima idee lijkt mij om het bestaan van 45plus te promoten.
Het waren er elf dit keer, een oneven aantal, dus verdelingsprobleem. Gelukkig loste Albert dit op door zich in het hem zeer goed passend rode tenue te hijsen. Hij ziet er goed uit zo. Naast het oneven aantal was er nog een ander probleem. Er moest op gras gespeeld worden. Nu is het zo dat de basistechniek van dit museum van voetballers in vervlogen tijden op het gras gelegd is. Maar inmiddels is er een dertien jaar ook al weer op kunstgras gespeeld. Dat vraagt toch een substantieel andere kijk op het spelletje. Kortom verwarring over de te verwachten balbewegingen. Ferry merkte dat in de eerste minuten. De bal, die hem haarscherp werd aangespeeld, zou volgens zijn inschatting zonder nadere beroering rustig naar het net toe rollen. Totdat druistige Wouter zich er mee ging bemoeien en de bal wel beroerde. Resultaat een zeker doelpunt kon niet voor de Rooiuh op het scorebord vermeld worden. De swerten hadden een man meer en konden zo makkelijk uitlopen naar een nulletje of vier. Totdat Jan Willem, waarschijnlijk jaloers op de verfijnde snit van Albert, ook een rood shirt aantrok. Vanaf dat moment konden de Rooiuh zich, net voordat Rick met de thee aan kwam zetten, de tussenstand naar een toch nog onverwachte 4-3 tillen. Jan Willem moest nog wel wennen aan de looplijnen van de Rooiuh. In een enthousiaste bui meende hij een kansrijke doelpoging van een ploeggenoot te kunnen ondersteunen met een bewust afleidende loopactie. Er ontsnapte een duidelijk hoorbaar :”Wat doet hij nou hier?” van de ploeggenoot. Gevolg was dat hij zijn ploeggenoot tegen het gras werkte en de doelpoging in mist opging. Voor de meeste spelers was het gras wel een dingetje. De bal heeft een andere rotatie, waardoor er soms verkeerde inschattingen worden gemaakt. Dan is het toch knap dat bijvoorbeeld Wilfrie de bal tot twee keer toe van heel dichtbij strak op de paal weet te schieten. Maar Thomasz maakte het helemaal bont. Hij heeft waarschijnlijk goed naar de bekerfinale zitten kijken, want hij lag net zo vaak op het gras als Tadic, Bergwijn en Klaassen bij elkaar. En toch was het gras op wedstrijdhoogte, dus daar lag het niet aan. Misschien wilde hij oefenen voor een vaste positie als muurligger. De swerten trokken een hechte verdedigingslinie op om de Rooiuh zoveel mogelijk van het scoren af te houden. Dat ging ze goed af. Er werd nauwelijks gescoord. En dan plots helemaal aan het eind van de wedstrijd komt Ferry weer in beeld. (Wat deed hij in de tussentijd?) Met een afgemeten schot in het rechter winkelhaakje (want kleine doeltjes), besliste hij de wedstrijd. Het greep hem zichtbaar aan. Zozeer zelfs dat hij volledig van streek slechts met één sok de kleedkamer wilde verlaten. Zijn tweede sok kon hij niet meer terug vinden. Dus nog maar een keer de hele tas uitpakken en weer inpakken. Dat heeft hij wel drie keer gedaan, totdat bleek dat zijn verloren gewaande sok in zijn broekzak zat. Hoe komt die daar nou terecht? Ja, dat vragen wij ons ook af.
Aan de stammtisch werd er verder geen aandacht aan besteed. Ook geen nabeschouwing van de gespeelde partij en geen analyse van de tegenstanders. Ieder deed zijn eigen zegje, zodat een kakafonie aan geluiden waarneembaar was. Het ging dus nergens over. We laten er maar wat gras over groeien.