• Nieuwe spelers

    Nieuwe spelers

    Er zijn nieuwe spelers op het veld. Het is nog een vrij jong team, maar wel meteen een om rekening mee te houden, dat team van COVID onder 19. Ze beginnen de wedstrijd onverwacht en verrassend agressief. Als we doorhebben dat het voor hen menens is en wij onze speelwijze aanpassen, laten ze zich een beetje terugdringen. Op het moment dat we denken ze in de tang te hebben, komen ze weer even agressief opzetten. Geen makkelijk te bestrijden tegenstander. Aanvoerder Mark Rutte zet de lijnen voor een nieuwe strategie uit. Waarna eerste reserve aanvoerder Hugo de Jonge dit invult met concrete spelaanwijzingen:

    - Geen frivole individuele hoogstandjes meer, maar geconcentreerd en gedisciplineerd teamgedrag. Dat gaat ten koste van de amusementswaarde, maar het doel - een goed resultaat - is heilig;
    - Spelen op de mandekking is vragen om problemen. Die van COVID onder 19 voeren hun acties zo snel uit dat je het vrijwel niet kunt zien. We spelen vanaf nu in een moderne versie van de zonedekking met ten minste anderhalve meter afstand;
    - Mondbescherming wordt dringend geadviseerd, waar het bij andere contactsporten als bijvoorbeeld rugby en ijshockey vooral gaat om de bescherming van het gebit, moet het bij voetbal gezien worden als alternatief voor het handje ter voorkoming van liplezen;
    - Handen wassen, niet in onschuld en zeker niet in het strafschopgebied, waar elke bal die de arm onder de oksel raakt een penalty oplevert. Alleen bij Ajax, indien nodig, na interventie van de VAR

    “We zitten goed in de wedstrijd” melden de twee aanvoerders van dienst tijdens regelmatig terugkerende “persco’s”. Dat lijkt aanvankelijk in goede aarde te vallen. Maar zoals wel vaker, de Nederlanders leren snel. Inmiddels hebben we naast 17 miljoen voetbalcoaches bijna net zoveel virologen , microbiologen, intensivisten en vooral ook heel veel ervaringsdeskundigen. Het lijkt wel een virus zo snel als deze groep zich vermenigvuldigt. En al die deskundigen nemen plaats aan de tafels van de diverse praatprogramma’s om het spel van de nieuwe spelers te analyseren. Het is een allegaartje van meningen, soms gelardeerd met alternatieve feiten, waar we ons elke avond aan vergapen. Gelukkig zijn er uitzonderingen. Zo kennen we het sympathieke hoofd jeugdopleidingen Diederik “Momfer de mol” Gommers. Hij richt zich met behulp van Famke en instagram op de jeugd en groeit daarmee uit tot de hoofdinfluencer, die hij helemaal niet wil zijn. Tegelijkertijd zien we op het andere net datamanager Ernst Kuipers, die, naar het voorbeeld van Julian Nagelsman bij RB Leipzig, zijn handelswijze baseert op systematisch verzamelde data. Hij legt ons uit hoe de cijfers zich statistisch laten duiden.

    Maar Nederlanders laten zich niets wijs maken, die trekken hun eigen plan. “Wij maken dat zelf wel uit”. Een regel of een gebod wordt vooral ervaren als een goed bedoeld advies, waar je je uiteraard naar eigen inzicht aankunt houden…..of niet. En zolang er behalve Nieuw Zeeland geen andere (ei)landen zijn die beter presteren kunnen we ons dat veroorloven. Per slot van rekening waren het de Nederlanders die het voetbal veranderden met het totaalvoetbal van 1974. Een tot dan toe compleet nieuwe manier van voetballen. Dus als er één land is dat zelf nieuwe regels kan maken, dan is dat Nederland. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat uitgerekend door de Duitsers het totaalvoetbal met het nieuwe vollgasfussball geactualiseerd is. Bij nader inzien niet eens zo verwonderlijk, want geen enkel ander land ter wereld heeft zo vaak (vier keer, 1966, 1982, 1986 en 2002) een finale van de wereld cup verloren. Het blijft wel erg jammer dat we het vollgasfussball van Vitesse, na Neumann opnieuw succesvol getraind door een Duitser, niet zelf kunnen zien in het grootste theater van Nederland. Hier lijkt zich het Wonder aan de Rijn te voltrekken. Ajax kan Vitesse alleen dankzij een willig VVV op doelsaldo bijhouden. COVID onder 19 laat zich niet zo makkelijk verslaan als VVV of Bosnië Herzegovina. Er is een innovatieve strategie nodig om de nieuwe spelers te verslaan. Vooralsnog lijkt alleen een toverdrank, vergelijkbaar met die uit dat kleine dorpje in Gallië (zo heette Frankrijk toen), soelaas te kunnen bieden, tot die tijd blijven we aangewezen op bloed, zweet en trainen.